BASSO 110 presenteert: IL VENTRE DI NAPOLI okt .2008 t/m jan. 2009

BASSO 110 presenteert: IL VENTRE DI NAPOLI
okt .2008 t/m jan. 2009

In 1856 schreef de Nederlandse schrijver J.J.L. ten Kate naar aanleiding van zijn reis door Italië: ‘[de Napolitaan is] een doorheenhaspeling van Grieks, Romeins, Gothisch, Longobardisch, Saraceens, Normandisch, Zwabisch, Frans, Spaans en nog ander bloed.’ Napels wordt vaak beschreven als een ‘spugna’, een spons die door de eeuwen heen de culturen van haar overheersers heeft ‘opgezogen’ in haar architectuur, taal, keuken, gebruiken en tradities.

Tegen de achtergrond van de sociaal-politieke situatie in Nederland en het op dit moment constant bevragen van de multiculturele samenleving wil het project ‘Il Ventre di Napoli’ onderzoeken in hoeverre de romantische 'melting pot' in Napels daadwerkelijk bestaat. Immigratie is in Italië een fenomeen van de laatste tien jaar; in tegenstelling tot Nederland, waar immigratie al plaats vindt sinds de jaren ’50. Het percentage immigranten is in Italië slechts 6% en valt daarbij kwantitatief in het niet bij andere Europese landen. Het tempo waarmee de immigranten het land, vaak op illegale wijze, binnenkomen is echter zo hoog dat het voor de (plaatselijke) overheden moeilijk te organiseren is met alle bijkomende problemen.

De titel van het project ‘Il Ventre di Napoli’ verwijst naar de aanklacht die de Napolitaanse 28-jarige Matilde Serao schreef in 1884 gericht aan de toenmalige Italiaanse eerste minister Depretis. In dat jaar was een grote cholera-epidemie uitgebroken in Napels waarop Depretis uitriep dat heel de binnenstad van Napels afgebroken moest worden en opnieuw opgebouwd zou moeten worden met minder smalle straten, betere riolering, betere behuizing etc etc. In een reeks van negen artikelen die verschenen op de voorpagina van de Romeinse krant 'Capitan Fracassa' beschreef Serao de sociaal-economische omstandigheden van het hart van Napels en concludeerde dat wanneer je dit zou verwoesten je de hele Napolitaanse cultuur vernietigen zou. Een aanklacht die zijn actualiteit nog niet verloren heeft en die in deze dagen vergelijkbaar is met het verschijnen van het boek ‘Gomorra’ van Roberto Saviano.

De deelnemers aan het project ‘Il Ventre di Napoli’, allen woonachtig in Rotterdam, verwijzen in hun werk direct of indirect naar de sociaal-politieke situatie in een stedelijke context. Uitgenodigd zijn: schrijver Mohammed Benzakour (Marokko, 1972), filmmaker Parisa Yousef Doust (Iran, 1973) en beeldend kunstenaars Rossella Biscotti (Italië,1978), Libia Castro (Spanje, 1971) & Olafur Olafsson (IJsland, 1973), Ronald Cornelissen (NL, 1960), Wendelien van Oldenborgh (NL, 1962) en Katarina Zdjelar (Servië, 1979). Om hun reactie te kunnen geven op de stad, verblijven de deelnemers verblijven minimaal een week in de binnenstad van Napels. Dit kan tevens het startpunt kan vormen voor een residency komend jaar en het maken van nieuw werk. Tijdens het vier maanden durend project wordt in samenwering met het Palazzo delle Arti Napoli (PAN) een lezingenreeks georganiseerd waarin de deelnemers vertellen over hun werk. Samenwerking wordt verder opgestart met de Accademia di Belle Arti di Napoli en Università degli Studi di Napoli- L’Orientale.

Het project wordt georganiseerd vanuit Basso 110 in Napels, een klein appartement in het historisch centrum van Napels aan de Piazza Gerolomini. 110 verwijst naar het huisnummer. In Basso 110 is documentatie van de kunstenaars te vinden en kan de voortgang van het project gevolgd worden.

Het project gaat van start op 8 oktober uur met een presentatie van enkele werken van de kunstenaars.

Il Ventre di Napoli, samengesteld door Patricia Pulles
Locatie: Basso 110, Piazza Gerolimini 110, 80138 Napels
Opening: 8 oktober, 20.00 - 23.00
Periode: 8 oktober 2008 - 31 januari 2009
Te bezoeken op afspraak
Informatie: (+39) 338 4237418, basso110@gmail.com
http://basso110.blogspot.com/

Met steun van de Dienst Kunst& Cultuur, Gemeente Rotterdam en l’Assessorato alla Cultura del Comune di Napoli

*********************************
Basso110 presents Le Ventre di Napoli
October 2008 till January 2009

After his journey through Italy in 1856 the Dutch writer J.J.L. ten Kate wrote: ‘[Neapolitans are] a mix of Greek, Roman, Gothic, Lombardic, Saracenic, Normand, Swabish, French, Spanish and other blood.’ Naples is often described as a ‘spugna’, a sponge that for centuries has sucked up the cultures of its conquerors in its architecture, language, food, uses and traditions.

Against the backdrop of the socio-political situation in the Netherlands and the constant questioning of the multicultural society the project ‘Il Ventre di Napoli’ wants to explore to what extent the romantic 'melting pot' image actually exists in Naples. In Italy the phenomenon immigration arrived only ten years ago; unlike the Netherlands where immigration started in the 1950s. The percentage of immigrants is only 6% in Italy, which is very low compared to other European countries. However, the speed with which the immigrants are entering the country, often illegally, is so high that local governments find it difficult to handle, with all ensuing problems.

The project title ‘Il Ventre di Napoli’ refers to a complaint submitted by the 28-year-old Neapolitan, Matilde Serao, in 1884 to the then Prime Minister Depretis. That year a huge cholera epidemic had broken out in Naples in response to which Depretis proposed to demolish and rebuild the entire historic centre with wider streets, a better sewage system, better housing etc. In a series of nine articles, published on the front page of the Roman daily 'Capitan Fracassa' Serao described the socio-economic conditions of the heart of Naples concluding that if it was destroyed, the entire Neapolitan culture would be destroyedwith it. It is a complaint that still holds true today and that can be compared to the publication of Roberto Saviano’s book ‘Gomorra’.

The work of the participants of the ‘Il Ventre di Napoli’ project, all based in Rotterdam, directly or indirectly refers to socio-political situations in an urban context. The invited participants are: author Mohammed Benzakour (Morocco, 1972), filmmaker Parisa Yousef Doust (Iran, 1973) and visual artists Rossella Biscotti (Italy,1978), Libia Castro (Spain, 1971) & Olafur Olafsson (Iceland, 1973), Ronald Cornelissen (The Netherlands, 1960), Wendelien van Oldenborgh (The Netherlands, 1962) nad Katarina Zdjelar (Serbia, 1979). In order to allow them to get a first impression of the city, they will all spend at least one week in the inner city of Naples. This may also be the starting point of a residency in the coming year and the creation of new works. During the four-month project a series of lectures will be organised in collaboration with the Palazzo delle Arti Napoli (PAN) in which the participants will talk about their work. Additional collaborations are being developed with the Accademia di Belle Arti di Napoli and the Università degli Studi di Napoli- L’Orientale.

The project is organised by Basso 110 in Naples, a small apartment in Piazza Gerolomini, in the city’s historical centre. The number 110 refers to the civic number. Visitors of Basso 110 will find information about the artists and they can follow the progress of the project.

The project will start on 8 October at 8 pm with a presentation of some works by the participating artists.

Title: Ventre di Napoli, curated by Patricia Pulles
Location: Basso 110
Inauguration: 8 October, 8-11 pm
Period: 8 October 2008 - 31 January 2009
Opening hours: on appointment
Information: 338 4237418, basso110@gmail.com

http://www.benzakour.eu
http://www.rossellabiscotti.com
http://www.libia-olafur.com
http://www.ronaldcornelissen.com/rcblog
http://www.acertainbrazilianness.net
http://katarinazdjelar.wordpress.com

Supported by the Arts & Culture department of the City of Rotterdam e l’Assessorato alla Cultura del Comune di Napoli

vrijdag 14 november 2008

De Napolitaanse kerststal


Op dit moment is op een steenworp afstand van mijn huis in het Centro Storico de kerstmarkt van San Gregorio Armeno begonnen. Hier kan alles voor de kerststal ingekocht worden, van de stal en omgeving zelf tot alle figuurtjes gemaakt van plastic, gisp of terracotta. De Napolitaanse Kerststal is een fenomeen op zich. De Napolitaanse ‘presepe’ ontstaat in de 18e eeuw vertellen Ulderico Pinfildi en Imma Marasco die ik bezoek in hun ‘laboratorio’ met Parisa Yousef Doust en Patrick Thomson. Centraal staat altijd de ‘Natività’, de Geboorte van Jezus, maar de Napolitaanse kerststal beperkt zich niet alleen tot de stal-scène!. Er zijn talloze andere gebeurtenissen uit het Kerstverhaal te zien: de Annunciatie; de herberg waar Maria en Jozef geen onderdak vonden; de scène waarbij de Herders de ster zien die de geboorte van Jezus aankondigt; het bezoek van de Drie Koningen; de Vlucht naar Egypte etcetera. Al deze scènes worden bevolkt door verschillende mensen en dieren zoals muzikanten, een herbergier, vissers, dorpelingen met een ezel, een odalisk, een bedelaar, een boer met schapen, een kastagneverkoopster, een pijprokende man etcetera. De setting van het geheel is een landschap van tempelruïnes en Napolitaanse dorpsstraatjes zoals nu nog te zien zijn in het centrum van Napels en in dorpjes in Zuid-Italië. Deze ruïnes hebben enerzijds een symbolische waarde; op deze oude ruïnes zou het nieuwe geloof gaan groeien dat Jezus tijdens zijn leven zou gaan verkondigen. Anderzijds waren de ruïnes in de 18e eeuw aan de orde van de dag, omdat in die tijd Herculaneum en Pompei werden opgegraven. Deze plekken inspireerden niet alleen de makers van de kerststallen, maar ook schrijvers als Goethe die op zijn ‘Italienische Reise’ naar het zuiden afzakte en schilders uit Nederland als Anton Pitloo die zich in Napels vestigde en hier zou gaan uitmaken van de School van Posilipo. In de 18e eeuw werd Napels overheerst werd door de Spaanse ‘Borboni’, de Bourbon-dynastie. Koning Ferdinando IV regeerde over Napels dat deel uitmaakte van het Koninkrijk van de Twee Siciliën. De Napolitaanse ‘Presepe’ reflecteert in elk opzicht de tijd van de Borboni, zo ook de kostuums van de figuren in de kerststal. Naast de vaak kostbare kostuums, zijn er figuren met muziekinstrumenten, minutieus gemaakt van ivoor, ebbenhout, zilver. De figuren in de kerststal zijn circa 55 cm hoog en worden met de hand gemaakt van ijzerdraad en stro. De hoofdjes zijn van terracotta en hebben glazen oogjes; de armen en benen zijn vaak van hout gemaakt. Door het ijzerdraad kunnen de figuren in alle mogelijke standen gebogen worden. We staan stil bij een grote groep van Turkse muzikanten die in het laboratorium is opgesteld. Dit zijn, vertelt Ulderico, muzikanten die de Drie Koningen vergezelden op hun reis vanuit het Oosten. Onder de Turken is ook een zwarte man te zien. Deze figuren werden gemodelleerd naar de buitenlanders in Napels. Aan het eind van de 18e eeuw was er een grote gemeenschap Turken in Napels en hadden veel rijke Napolitaanse families zwarte slaven. Ulderico vertelt dat hij probeert daar waar mogelijk is een eigen kijk op het kerstverhaal te geven. Zo lichtte hij de scène van de Vlucht naar Egypte uit de kerststal en probeert de vluchtende Jozef en Maria met hun pasgeboren kind in een eigentijds daglicht te plaatsen. Naast figuren voor in de kerststal wijdt het laboratorium van Ulderico zich ook aan de figuur van Pulcinella, die soms zelfs in de kerststal kan verschijnen. Pulcinella is een figuur met witte kledij en een zwart masker die alle ondeugden vertegenwoordigt die de Napolitaan bezit: het niet willen werken, altijd willen slapen, altijd willen eten (en veel!) etcetera. Pulcinella maakt zo dus eigenlijk de Napolitaan belachelijk. Vaak zie je Pulcinella gecombineerd met de ‘corna’ (hoorn). De corna staat symbool voor vrruchtbaarheid en weert tegelijkertijd het ongeluk af. Napolitanen zijn een erg bijgelovig volk. De prijs van een figuur in de kersstal varieert van 500 tot 1.000 euro en kerststallen worden dan nu vooral gemaakt voor rijke verzamelaars in binnen-en buitenland. Vroeger werden de kerststallen in opdracht vervaardigd voor de koning en de kerken. In de Reggia van Caserta, het Versailles van Zuid-Italië, is bijvoorbeeld de koninlijke kerststal nog te bezichtigen en in het Chiostro di San Martino in Napels staat de beroemde Presepe Cuciniello. In Nederland wordt in het Catharijnenconvent in Utrecht altijd in de kerstperiode een Napolitaanse kerststal opgesteld.

Geen opmerkingen: